1e STEENLEGGING
1e Steenlegging in het oude centrum van Alkmaar
Op 2 november zijn de eerste Herdenkingsstenen (toen nog onder de naam Stolpersteine) in Alkmaar geplaatst. Op deze pagina vindt u de namen van de 26 joodse medeburgers waarvoor de Herdenkingsstenen zijn geplaatst. De keuze is gebaseerd op geografische gronden: we zijn begonnen in het oude centrum van Alkmaar en in de loop van de tijd zal bij iedere volgende steenlegging een bredere cirkel worden getrokken vanuit het centrum.
De namen en adressen treft u hieronder aan waarbij we zoveel als mogelijk relevante informatie hebben toegevoegd in de vorm van tekst en/of foto's.
Lang niet altijd is alles bekend van de personen en daardoor zijn de meer gedetailleerde gegevens bij elk gezin of persoon weer anders of ontbreken zelfs. Daarom blijven we zoeken naar familieleden, buren en bekenden om uiteindelijk elk verhaal zo volledig en eerlijk mogelijk te kunnen weergeven.
De meeste foto's zijn ter beschikking gesteld door nabestaanden of familieleden die ons hun welwillende toestemming tot publicatie gaven.
1. Abraham en Bertha de Wolff-Noach
Hofstraat 13
Abraham de Wolff
Abraham de Wolff, Bertha de Wolff en Salomon (Sal) de Wolff.
De foto is genomen in de achtertuin van de Hofstraat 13, in het begin van de oorlogsjaren.
Familie de Wolff. Staande tweede van links: Sal de Wolff. Zittend geheel links: Betsy de Wolff, daarnaast Cecilia de Wollf en rechts Bertha de Wolff-Noach. Staand tweede van rechts is Eliza de Wolff. Marlina (Lien) staat niet op deze foto. Geheel rechts de zus van Bertha de Wolff. De foto is rond 1931 genomen in Broek op Langedijk. Het andere gezin is de familie Beemsterboer. Mevrouw Beemsterboer werkte voor de fam. de Wolff.
1. Fam. de Wolff
Abraham de Wolff wordt op 27-02-1878 geboren in Stad Delden. Hij trouwt met Bertha Noach, geboren in Deventer op 15-02-1878. Zij hebben van 1923 tot 15-05-1942 gewoond in het Rabijnenhuisje in de Hofstraat naast de Synagoge. Abraham de Wolff was rabbijn van de Joodse gemeente te Alkmaar. Hij en zijn vrouw krijgen 5 kinderen:
Salomon (Sal), 30-06-1916; Marlina (Lien), 15-07-1917; Elize (Lies), 27-07-1918; Betsy (Bep), 08-04-1921 en Cecilia (Cilia), 12-05-1923. Niet alle kinderen woonden gedurende de oorlog in Alkmaar.
Sal de Wolff trouwde tijdens de oorlogdagen, zij overleefden samen de oorlog. Hun eerste dochtertje overleed in 1945 in het Duitse Troebitz.
Lien de Wolff overleefde de oorlog ook, maar overleed in 1951.
Lies de Wolff trouwde met Abraham IJzerkoper en kregen 2 kinderen. Zij werden gedeporteerd naar Sobibor en het hele gezin werd daar vermoord op 16-04-1943.
Bep en Cilia de Wolff gaan bij hun ouders inwonen die in mei 1942 van Alkmaar naar Amsterdam moesten verhuizen. Ze wonen daar aan de Rapenburgerstraat 96. Bep en Cilia worden kort daarna op 16-04-1943 overgebracht naar kamp Vught. Vanuit Vught wordt op 15-11-1943 Betsy gedeporteerd naar Auschwitz en daar vermoord op 31-01-1944. Cilia wordt op 03-06-1944 naar Auschwitz gedeporteerd maar overleefde het concentratiekamp.
Abraham de Wolff en Bertha de Wolff-Noach zijn intussen vanuit de Rapenburgerstraat in Amsterdam overgebracht naar Westerbork op 26-05-1943. Ze worden op 29-06-1943 gedeporteerd naar Sobibor en worden daar vermoord op 02-07-193.
Abraham en Bertha De Wolff was het laatste voorgangersechtpaar te Alkmaar.
Sal de Wolff en zijn vrouw en 2 jonge kinderen vertrekken in december 1947 naar Israel om daar een nieuw bestaan op te richten. Na '50 jaar zwijgen' schrijft Sal de Wolff een boek over zijn leven in en voor de oorlog. Het heet ''Rond het huis van de laatste rabbi van Alkmaar'' en is uitgegeven in 2003 in samenwerking met de SAS, de Stichting Alkmaarse Synagoge.
Sal de Wolff is in het najaar van 2015 op 99-jarige leeftijd overleden.
2. Mozes en Jaantje Lewijt-de Jong
Adres: Hofstraat 3
Mozes en Jaantje Lewijt
2. Fam. Lewijt
Mozes Israel Lewijt is geboren in Delft op 21-06-1870. Hij trouwt met Marianne Trompetter die eind 1925 overlijdt. Zijn latere vrouw Jaantje de Jong komt uit Mijdrecht en is geboren op 11-01-1882.
Er worden uit beide huwelijken geen kinderen geboren. Mozes was winkelier in manufacturen en woonde van 04-09-1936 tot 29-06-1942 in de Hofstraat 3 in Alkmaar. Ze worden gedwongen te verhuizen naar Amsterdam en gaan wonen aan de Slingerbeekstraat 24. Ze worden weggevoerd naar Westerbork op 13-03-1943, gedeporteerd naar Sobibor op 17-03-1943 en beiden zijn daar vermoord op 20-03-1943.
3. Mozes en Berendina de Jongh-le Grand en 3 van hun 5 kinderen:
Abraham, Sara en Henriette
Adres: Huigbrouwerstraat 8
Geen foto's beschikbaar
3. Fam. de Jongh
Mozes de Jongh wordt geboren op 20-02-1884 in Assen. Hij trouwt met Berendina le Grand uit Leeuwarden, geboren op 18-11-1892. Hun 5 kinderen worden allemaal in Assen geboren. Twee van hen overlijden op zeer jonge leeftijd. Op een gegeven moment is het gezin verhuisd naar Alkmaar en van 1939 tot 30-06-1942 wonen ze in de Huigbrouwerstraat.
De kinderen:
Judith, 26-12-1919 / 05-02-1920; Abraham, 31-12-1920; Salomon, 22-12-1922 / 09-01-1923; Sara, 01-01-1924; Henriette, 25-07-1933.
Sara en Henriette wonen nog thuis als het gezin gedwongen moet vertrekken naar Amsterdam waar ze aan de Plantage Kerklaan 7-bv gaan wonen. Abraham wordt winkelbediende en later kapper in Alkmaar. In april 1942 verhuisde hij naar Apeldoorn om daar als leerling verpleegkundige te gaan werken in de Joods Psychiatrische Inrichting 'Het Apeldoornsche Bosch'. Er was toen een tekort aan personeel, maar de inrichting werd in 1943 door de bezetter opgeheven.
Abraham wordt op 22-01-1943 gedeporteerd naar Auschwitz en daar een week later vermoord in het buitenkamp Kdo Golleschau.
Mozes en Berendina met hun dochters Sara en Henriette worden weggevoerd naar Vught op 15-01-1943, anderhalve week later doorgevoerd naar Westerbork en drie dagen daarna op 02-02-1943 gedeporteerd naar Auschwitz waar ze op 05-02-1943 worden vermoord.
4. Johanna Hendrica Elzas
Adres: Boterstraat 1a
Een foto van de drie zusjes Elzas met neven en nichten. De foto is gemaakt op 13 juni 1913 in Alkmaar ter ere van het twaalf en een halfjarig huwelijksfeest van Salomon Koppel (links met pet) en Beelo Koppel-Englander (rechts met bloemen) : trouwdatum 13 januari 1901, Alkmaar. Johanna Elzas zit in de middenrij, geheel rechts.
Van links naar rechts: Salomon Koppel (1875), Betsy Kuijper (11.2.1898), Bloemetje Elzas (8.12.1898, vermoord in Auschwitz 7.9.42), Grietje Elzas (24.3.1897, overleden in New York 5.9.44), Saar Bing (29.7.1898, vermoord 26.3.43 in Sobibor), Sientje Bing-Englander (5.12.1872, vermoord 20.3.43 in Sobibor), Beelo Koppel-Englander (1.5.1877, vermoord 21.5.43 in Sobibor). Tweede rij: Bloemetje Englander (10.7.1903), Sientje (Gesina) Englander (16.1.1904, vermoord 24.9.43 in Auschwitz), Johanna Elzas (11.10.1900, vermoord 10.9.43 in Auschwitz). Onderste rij: Eli Bing (29.11.1903, vermoord 29.7.44 in Amsterdam), Aron Englander (26.2.1907, vermoord 30.11.43 in Majdanek), Ari Bing (3.8.1899, vermoord 4.6.43 in Sobibor). (Foto uit het 'Bing Familie Archief' - per adres dovbing@waikato.ac.nz
4. Johanna Hendrica Elzas
Johanna wordt geboren in Alkmaar op 11-10-1900. Zij is de jongste van de drie dochters van Levi Elzas (06-11-1860) en Saartje Englander (18-02-1869). Levi en Saartje trouwden op 05-01-1896. De kinderen:
Bloemetje, 08-12-1898, Alkmaar, Grietje, 24-03-1897 en Johanna.
Als Saartje in 1933 sterft, verhuist vader Levi van Alkmaar naar Bergen maar keert later weer terug naar Alkmaar om bij zijn dochter Bloemetje te gaan inwonen aan de Emmastraat 53.
Na 1935 gaat Johanna wonen in de Boterstraat 1a. Zij is dan hulp in de huishouding bij haar oom Benjamin Kuijper nadat zijn vrouw Femmetje Englander (zus van Saartje Englander) op 13-06-1935 overlijdt.
Johanna moet Alkmaar in maart 1943 verlaten en gaat wonen aan de Nieuwe Achtergracht 25 te Amsterdam. Zij wordt daar huishoudster in 'Rusthuis Engelsman' aan de Plantage Prinsenlaan.
29-05-1943 wordt zij getransporteerd naar Westerbork, daarna gedeporteerd naar Auschwitz op 07-09-1943 en daar drie dagen later vermoord op 10-09-1943.
Bloemetje en vader Levi woonden niet in het centrum van Alkmaar. Bloemetje zal later worden herdacht met een Stolperstein. Van Grietje is bekend dat ze in de oorlogsjaren in New York is overleden, van vader Levi is te weinig bekend.
5. Sientje Bing-Englander, Aron Bing, Sara de Jongh-Bing en Leon de Jongh
Adres: Houttil 52
Leon de Jongh Sarah de Jongh-Bing
Aron (Ari) Bing Sientje Bing-Englander
Deze foto's zijn verzorgd door het 'Bing Familie Archief' per adres dovbing@waikato.ac.nz
5. Fam. J. Bing
Julius Jacob Bing is geboren in Groningen. Hij trouwt met Sientje Englander, geboren op 05-12-1872 in Alkmaar. Uit hun huwelijk worden 3 kinderen geboren, waaronder Eleazer die eerder al is beschreven onder 3. Het gezin woont dan intussen in Alkmaar aan de Houttil 54. Julius overlijdt echter in 1932. Sientje blijft alleen voor de opvoeding van de kinderen zorgen.
De kinderen:
Eleazer (Eli), zie onder 3, Aron, 03-08-1899, Groningen en Sara, 29-07-1898, Groningen.
Eleazer gaat in Alkmaar wonen aan de Achterstraat. Aron gaat bij zijn moeder in Alkmaar wonen. Sara trouwt met Leon de Jongh, geboren op 23-03-1894 in Den Helder. Zij gaan in Den Helder wonen. Ze krijgen geen kinderen.
Door het uitzetten van vrijwel alle inwoners van Den Helder vanwege Duitse militaire plannen, trekken Leon en Sara in bij Aron en Moeder Sientje aan de Houttil in Alkmaar.
Op 05-03-1942 worden zij alle vier gedwongen naar Amsterdam te vertrekken. Ze gaan wonen aan de Tugelaweg 28-i. In Amsterdam trouwt Aron met Hilde Gottschalk, een Duits-Joodse vluchtelinge met een dochtertje van ongeveer 12 jaar. Om te bewerkstelligen dat Hilde een Nederlands paspoort zou kunnen krijgen trouwde Aron met haar. Dit plan lukte waarna zij en haar dochtertje een visum konden krijgen voor de Verenigde Staten. Toen het visum werd afgegeven zijn ze weer gescheiden omdat het doel van het huwelijk bereikt was. Deze schijnhuwelijken gebeurden vaker om anderen van een wisse dood te redden. Aron heeft het leven gered van twee Duits-Joodse vluchtelingen, maar zelf wordt hij 01-06-1943 gedeporteerd naar Sobibor en daar vermoord op 04-06-1943.
Leon en Sara worden ook gedeporteerd. Leon wordt vermoord op 28-02-1943 in Auschwitz. Sara wordt vermoord op 26-03-1943 in Sobibor.
6. Hans Lion en Gertrude Klara Frankenberg-Goldschmidt
Adres: Langestraat 24
Hans en Gertrude Frankenberg
6. Fam. Frankenberg
Hans Lion Frankenberg wordt geboren op 08-01-1904 in Alkmaar. Gertrude Klara Goldschmidt wordt geboren op 02-01-1907 in Frankurt am Main. Zij ontmoeten elkaar en trouwen op 04-09-1931 in Hannover en 17-11-1931 nog eens maar dan in Alkmaar. Er worden twee kinderen geboren. De kinderen:
Eva Cilly, 01-03-1933, Alkmaar; Louis (Lode), 08-10-1936, Alkmaar
Hans Lion was winkelchef, boekhandelaar en eigenaar van kantoorboekhandel Frankenberg aan de Langestraat nr. 24. Na hun huwelijk gingen ze wonen in de van Everdingenstraat 13. In 1937 verhuizen ze naar de Juliana van Stolberglaan 18 en op 20-11-1941 verhuizen ze naar de Emmastraat 54, samen met de dienstbode Resina Elisabeth Rolie uit Heiloo. Hier woonden ze maar drie maanden. Van hieruit worden begin 1942 de twee kinderen als onderduikers gebracht naar een kindertehuis in het Gooi. Lode wordt daar verraden en naar Westerbork gebracht. Daar ontfermt de Alkmaarder Eckman zich over Lode. Vervolgens wordt Lode op transport gezet naar Thersienstadt om uitgewisseld te worden tegen Duitse krijgsgevangenen. Na de oorlog vertrekt hij met zijn zus Eva in 1945 naar Brazilie waar zijn grootmoeder en haar zus woonden. Daar worden zij opgevoed door hen. Lode woont nog steeds in Brazilie, Eva woont momenteel in Zwitserland.
Als in 1942 de kinderen onderduiken is dat omdat Hans Lion en zijn vrouw Gertruda samen met zijn moeder Cecilia Frankenberg-Wolf onderduiken in Amsterdam. Maar ook zij worden verraden en in juli 1943 naar Westerbork gebracht. Daarna worden ze gedeporteerd naar Sobibor en daar vermoord op 23-07-1943.
De zus van Hans Lion met haar man en hun twee kinderen die in Alkmaar woonden hebben de oorlog eveneens niet overleefd. Ook zij zullen in de toekomst in Alkmaar herdacht worden met Stolpersteine.
Boekhandel Frankenberg wordt kort na de oorlog boekhandel Winter en is sinds 2014 boekhandel Stumpel. Boekhandel Winter heeft nog tientallen jaren bekend gestaan als boekhandel Winter / voorheen Frankenberg.
7. Eleazar Bing
Adres: Achterstraat 62
Eleazer Bing in zijn slagerij aan de Achterstraat met naast hem Annie Bing-Rademaker.
De foto is een fragment van een grotere foto met de hele winkel.
7. Fam. E. Bing
Eleazer (Eli) Bing werd geboren op 29-11-1903 in Alkmaar en was een zoon van Julius Jacobus Bing en Sientje Englander (zie onder 5.). Eleazer had een broer Aron en een zusje Sara en trouwde later met Annie Jacoba Rademaker op 8 september 1932 waarna ze gingen wonen aan de Achterstraat 62. Hij heeft daar een eigen slagerij. Samen kregen zij 6 kinderen.
De kinderen:
Julius Jacob, 1933, Alkmaar; Gerrit, 1934, Alkmaar; Aron Jonnie, 1937; Jan-Dov, 1939, Alkmaar; Ellie, 1942, Alkmaar; Liesje Nomi, 1945, Alkmaar
Het hele gezin verhuist op 15-09-1939 naar de Frieseweg 51, met de zus van Annie: Elisabeth Rademaker. Daarna verhuizen ze op 13-03-1940 naar de Hoogstraat en vertrekt zus Elisabeth naar Castricum. Daarna verhuist het gezin op 07-05-1941 naar Heerhugowaard om te gaan wonen bij de moeder van Annie: Fijgje Rademaker-Bot, op de Middenweg 148.
Eli moest onderduiken (bij boer Koud op de hoek van de Middenweg en de Rustenburgerweg in Heerhugowaard) maar werd in 1944 verraden door NSB-ers. Op 25-07-1944 wordt hij vanuit Heerhugowaard weggevoerd naar Amsterdam. Op het plein voor het Centraal Station van Amsterdam probeert hij te vluchten en duikt in het water van de Prins Hendrikkade. Als Eli boven water komt wordt hij door een van de begeleiders, Landwacht Hendrik van Kleef, doodgeschoten. Annie Bing-Rademaker en de kinderen doken onder in Oosterbeek en zij hebben de oorlog overleefd.
8. Frederik en Elisabeth Hagens-Asser en 1 van hun 6 kinderen: Jacob
Adres: Achterstraat 16
Geen foto's beschikbaar
8. Fam. F. Hagens
Frederik Hagens is 22-01-1873 in Almelo geboren en was het 3e kind van zes. Al deze zes kinderen zijn vermoord.
Elisabeth Asser werd 04-02-1876 in Amsterdam geboren.
Frederik en Elisabeth kregen samen ook 6 kinderen.
De kinderen:
Maria, 02-05-1899, trouwde en werd vermoord op 27-11-1942. Haar man overleefde de oorlog.
Johanna, 18-01-1903, trouwde en kregen 3 kinderen. Johanna werd vermoord op 12-07-1944, haar man overleed 14-02-1945. Er is onderzoek lopend naar de drie kinderen.
Jacob, 26-01-1907, werd ergens in Midden Europa vermoord op 31-08-1943
Nathan, 06-02-1907, ging vlak voor de oorlog op de grote vaart. Geen overlijdensdatum bekend.
Jansje Cornelia, 12-07-1914, bleef ongehuwd, overleefde de oorlog en overleed in 1974.
Elisabeth, 05-01-1921 heeft maar 2 maanden geleefd, zij overleed op 02-03-1921.
Frederik en Elisabeth trouwden op 06-09-1905 en zijn in juni 1939 in Alkmaar gaan wonen. Frederik was inspecteur bij de nachtveiligheidsdienst. Hun zoon Jacob woont nog bij hen in. Op 13 maart 1942 worden zij gedwongen Alkmaar te verlaten waarna ze in Amsterdam gaan wonen aan de Raamgracht 67. 20-05-1943 komen ze op kamp Westerbork aan. Deportatie naar Sobibor volgt op 25-05-1943 waar ze op 28-05-1943 worden vermoord.
9. Elias en Rebecca Annegien den Hartog-Lermer en hun 4 kinderen:
Cornelia, Engeltje, Jacob Aron en Aron
Adres: Koningsweg 88
Corrie den Hartog, ca. 1932
Engeltje den Hartog, ca. 1933
Rebecca Lermer (in het midden)
Dit overzicht zal bij voldoende informatie ook in de toekomst worden aangevuld met foto's.
9. Fam. den Hartog
Elias den Hartog is in Dordrecht geboren op 02-07-1907. Hij was het 2e kind van 5. Vier van de vijf zijn in de oorlog omgebracht, een kind is op 2-jarige leeftijd gestorven.
Rebecca Annegien Lermer is geboren in Rotterdam op 13-11-1910 en was de oudste van 2 kinderen. Haar 5 jaar jongere broer Sietse heeft de oorlog overleefd.
De kinderen:
Cornelia (Corrie), 01-04-1930, Rotterdam; Engeltje, 24-06-1932, Rotterdam; Jacob Aron, 19-10-1935, Rotterdam; Aron, 07-06-1938, Rotterdam
Elias werkte als handelsreiziger en was coupeur herenkleding, opperser en ontvlekker. Later werd hij vertegenwoordiger van de geëvacueerden van de N.I.G. Alkmaar en werkte voor het Ned. Isr. Kerkgenootschap Amsterdam.
Het hele gezin is gedwongen naar Amsterdam te verhuizen op 5 maart 1942, en kwamen samen met de ouders van Elias (Jacob en Cornelia) te wonen aan de Pretoriusstraat 98.
De ouders Jacob (24-03-1882) en Cornelia (29-06-1881) Hemelraad waren getrouwd op 29-03-1905, kwamen niet uit Alkmaar en zijn vermoord op 28-05-1943.
Het gezin van Elias en Rebecca arriveerde op 20-06-1943 in kamp Westerbork. Allen zijn ze gedeporteerd naar Sobibor op 06-07-1943 en daar drie dagen later op 09-07-1943 vermoord.