7e STEENLEGGING 5 maart 2020
Routing van de 7e steenlegging
Hieronder staat een overzicht met namen en met - voor zover mogelijk - foto's van de betrokken Joodse Alkmaarders
Cort v.d. Lindenkade 4 - 2 stenen
Familie de Jong-Blok
Mozes de Jong en Rebekka de Jong-Blok
bron: www.joodsmonument.nl
1. Mozes en Rebekka de Jong-Blok
Beiden vermoord op 4 juli 1943 in Sobibor
Mozes de Jong is geboren in Den Helder op 24.07.1875.
Rebekka Blok is geboren op 01.04.1880 in Leerdam.
Zij trouwen in 1905 Den Helder.
Mozes dreef daar een manufacturenzaak: een handel in zijden, linnen, wollen en katoenen stoffen in de Keizerstraat in Den Helder.
Na het bombardement van Den Helder in juni 1941 werden ze geëvacueerd en kwamen te wonen in Alkmaar aan de Leeuwerikkade 7.
De hoofdbewoner van het pand Leeuwerikkade was Casper Albertus Zagt, stuurman op de grote vaart van de KNSM. Zeer waarschijnlijk woonden de toen al bejaarde Mozes en Rebekka bij hem in.
Het echtpaar kreeg 2 kinderen, Klaartje (1908) en Simon Mozes (1915) die tijdens de oorlog al beiden getrouwd waren. Klaartje woonde na haar huwelijk in Rotterdam.
Zoon Simon was ook manufacturier en woonde in Alkmaar in de Langestraat met zijn gezin boven de winkel.
Mozes en Rebekka woonden in Amsterdam aan de Plantage Muidergracht. Op 26 mei 1943 kwamen zij in Westerbork aan. Hier vanuit werden zij op 1 juni op transport naar Sobibor gezet, waar zij 3 dagen later op 4 juni 1943 werden vermoord.
Hun kinderen Klaartje en Simon Mozes en kleinkinderen overleefden.
Na de oorlog (1951) wordt de straatnaam Leeuwerikkade veranderd in Cort v.d. Lindenkade.
Kennemerstraatweg 163 - 3 stenen
Familie Sluizer-Goudsmid
Indien meer foto's beschikbaar komen zullen die hier geplaatst worden
2. Louis en Johanna Sluizer-Goudsmid en hun dochtertje Marianna
Alledrie vermoord op 9 april 1943 in Sobibor
Louis Sluizer is geboren in Amsterdam op 31.01.1894.
Johanna Goudsmid is geboren in Kampen op 09.11.1893.
Zij trouwen op 25.05.1921.
Louis was bouwkundig verzekeringsinspecteur.
Op zeker moment wonen zij in Haarlem en daar wordt hun dochter Marianna geboren op 04.08.1931. In juni 1935 komen ze in Alkmaar wonen.
Zij huren een huis aan de Kennemerstraatweg 161. Dit huis werd in 1951 hernummerd naar nr. 163, het huis waar we hun herdenkingsstenen zullen onthullen.
Ergens tussen november 1941 en februari 1942 is het gezin hun huis uitgezet waarbij vrijwel de gehele inventaris werd gevorderd. Het gezin vond onderdak bij het echtpaar Hartog en Dora Sientje van der Kop-Bos aan de Westerweg 15 in Alkmaar. Voor het echtpaar Hartog heeft de Stichting herdenkingsstenen onthuld op 15 Mei 2017.
Na de gedwongen wegvoering uit Alkmaar op 5 maart 1942 komen Louis, Johanna en Marianna te wonen aan de Nieuwe Achtergracht 25 in Amsterdam. Vervolgens worden ze gedeporteerd naar Westerbork waar het gezin op 31 maart 1943 aankomt. Hier vanuit worden ze op 6 april op transport naar Sobibor gezet, waar ze 3 dagen later op 9 april 1943 alle drie worden vermoord.
Rozenstraat 7 - 2 stenen
Familie Trijbetz-Dassi
Siegfried (Frits) Trijbetz en Ada Dassi op hun trouwdag op 1 mei 1940 in het
stadhuis van Alkmaar, 4 dagen voor de inval van de Duitsers in Nederland.
Foto afkomstig uit het privé-bezit van en geplaatst met toestemming van
familie Trijbetz, Australië.
Ada Dassi, in een Radiogids uit 1933. Rechts een artikel met een recensie
over een optreden van haar in 1933. bron: www.joodsmonument.nl
3. Siegfried en Ada Trijbetz-Dassi
Beiden vermoord op 16 juli 1943 in Sobibor
Siegfried (Frits) Trijbetz is geboren op 26.12.1906 in Alkmaar.
Ada Dassi is geboren op 13.03.1913 in Amsterdam.
Zij trouwen op 1 mei 1940 in Alkmaar en gaan wonen in de Rozenstraat 7 waar ook hun herdenkingsstenen worden onthuld. Ze hebben daar relatief kort gewoond, n.l. tot hun gedwongen wegvoering op 5 maart 1942. Ada heeft een doodgeboren kindje ter wereld gebracht op 17-2-1943 in Amsterdam. Het echtpaar had verder geen kinderen.
Siegfried was koopman in papierwaren. Zijn ouders zijn Louis (Levi) en Selma (Rosalchen) Trijbetz-Jacob.
Ada kwam uit een artistieke familie: haar vader (Lion Dassi) was clown en theaterexploitant, haar oom was variété-artiest. Ada is ook een getalenteerd artieste: al voor haar trouwen schrijft en musiceert zij en begeeft zij zich in deze kringen in Amsterdam. Ze speelde uitstekend piano. Haar moeder was Keetje Dassi-Dassi.
Hun huurhuis wordt eind februari 1942 door de Duitsers gevorderd en Siegfried en Ada worden gedwongen te vertrekken naar Amsterdam. Daar zijn ze waarschijnlijk bij de ouders van Ada ingetrokken. Ze zijn in Amsterdam opgepakt en naar Westerbork gestuurd op 10 juli 1943.
Op 13 juli werden ze samen op transport naar Sobibor gezet, waar ze drie dagen na aankomst op 16 juli zijn vermoord.
De ouders van Siegfried alsmede zijn broer Bob (Isidor) en zus Marianne overleefden de oorlog door onderduik.
Ada Dassi was enig kind; haar ouders werden vermoord in november 1943 in Auschwitz.
In oktober 2017 zijn voor de broer van Louis Trijbetz, Marcus Trijbetz en zijn vrouw Betje en dochter Wilhelmina, stenen gelegd aan Kooltuin nr. 17.
Egmonderstraat 18 - 6 stenen
Familie Polak - Polak
De geboorte-akte van Elisabeth Polak uit 1859
De geboorte-akte van Benedictus Hartog Polak uit 1832
Indien beschikbaar zullen hier foto's geplaatst worden
4. Elisabeth Polak-Polak en haar 5 kinderen Hartog Philip Benedictus, Jacob Benedictus, Judith, Mathilda en Roosje
Het gezin werd vermoord op 9 april 1943 in Sobibor
Elisabeth Polak is geboren op 23.06.1859 in Den Helder.
Benedictus Hartog Polak is geboren op 28.07.1832 in Den Helder.
Elisabeth en Benedictus Hartog Polak trouwen in 1883 in Den Helder. Benedictus Hartog is muziekonderwijzer en als hij trouwt is hij 50 jaar.
In Den Helder krijgt het echtpaar 9 kinderen, waarvan één kindje levenloos ter wereld komt en 2 heel jong overlijden.
Zoon Mozes (geboren in 1896) wordt later opgenomen in het Apeldoornse Bosch,
een joodse psychiatrische inrichting die van 1909 tot 1943 gevestigd was aan de Zutphensestraat te Apeldoorn. Mozes werd samen met alle andere patiënten van de inrichting gedeporteerd: …de nacht in januari 1943, waarin alle patiënten, sommigen schreeuwend, anderen naakt, in de koude nacht op vrachtwagens werden geladen en afgevoerd naar station Apeldoorn, waar veertig goederenwagons klaarstonden. 'Alle Patienten', zo had Aus der Fünten gemeld, 'sind für uns transportfähig.'
Zij werden allemaal bij aankomst in Auschwitz direct vergast.
Benedictus Hartog overlijdt in 1920 op 88 jarige leeftijd. Elisabeth verhuist daarna op zeker moment naar Alkmaar en opent samen met haar 5 overgebleven kinderen het Dansinstituut Polak aan de Oudegracht 138, nu 144.
Met de kinderen Hartog (1884), Jacob (1888), Judith (1891), Mathilda (1894) en Roosje (1899) woont Elisabeth in de Egmonderstraat 18 in Alkmaar.
Hartog Philip is musicus, Jacob Benedictus en Mathilda geven danslessen.
We weten dat het hele gezin op 5 maart 1942 gedwongen naar Amsterdam vertrok. Het adres van hen in Amsterdam is onbekend.
Op 3 maart 1943 komen ze samen in Westerbork aan.
Op 6 april 1943 moeten ze met elkaar op transport naar Sobibor, waar ze alle zes drie dagen na aankomst op 9 april 1943 worden vermoord.